‘Ik stop niet op mijn hoogtepunt, daarvoor vind ik de schietsport te leuk’

Schietvereniging Prins Hendrik maakt gebruik van de schietbanen aan de Verlengde Sportlaan, op sportpark Panhuis.
Fotocredits: Prins Hendrik

Schutter Vincent van Tuil heeft beslag gelegd op twee nationale schiettitels. De Veenendaler won het NK in Nunspeet op zowel MKL als MKZ (Meester Kaart Licht en Meester Kaart Zwaar). Bovendien pakte hij een week eerder in Dedemsvaart brons op het NK Sportpistool. Van Tuil is lid van de Sv Prins Hendrik uit Veenendaal. Zijn clubgenoot Frank Streng won zilver bij de veteranen in de categorie MKL. De Utrechtse Sportkrant verdiepte zich in de schietsport met tekst en uitleg van de derde Veense NK-deelnemer en verenigingssecretaris Han Pasterkamp.

Pasterkamp: ‘Op het NK bij schietvereniging Burgerwacht in Nunspeet kwamen ruim honderd schutters in actie. Onder hen drie leden van SV Prins Hendrik uit Veenendaal: Vincent van Tuil, Frank Streng en ik. Met het NK sluiten we het landelijke wedstrijdseizoen af. De schutters met de beste gemiddelden uit de rankingwedstrijden hadden zich geplaatst voor dit Nederlands kampioenschap. Er waren op dit NK in Nunspeet twee categorieën: MKL en MKZ,’ legt Pasterkamp uit. ‘Sportpistool is een aparte discipline met een eigen NK, dat dit jaar in Dedemsvaart werd gehouden, op 01 en 02 juni j.l. In een MKL Meester Kaartwedstrijd schiet iedere schutter eerst tien proefschoten en vervolgens een serie van veertig wedstrijdschoten. Je schiet vijf keer op een zogenaamde doelkaart. Een doelkaart is de Internationale Pistoolschijf 25/50 m, die bij alle internationale wedstrijden wordt gebruikt. Na een reeks van vijf schoten krijg je een nieuwe kaart voor weer vijf schoten. Per kaart heb je vijf minuten tijd. Een wedstrijdreeks duurt daardoor ongeveer een uur en dat vraagt ook een uur lang uiterste concentratie van de schutter,’ vertelt Pasterkamp.

Vaardighouding

‘Het verschil tussen MKL en MKZ wordt bepaald door het pistool of de revolver. Bij MKL is het wapen van het kaliber .22LR (5,6mm), bij MKZ is het kaliber .30 tot en met .38 (7,62 tot en met 9,65mm). De wapens mogen niet zwaarder zijn dan 1400 gram en niet groter dan 300x150x50 mm. Een schutter mag hulpmiddelen gebruiken, zoals een baankijker, schietpet en schietbril. De schietafstand is 25m. Een zogenaamde baancommandant bepaalt wanneer je je doelkaarten mag wisselen.’

Han Pasterkamp legt uit dat de discipline Sportpistool licht en zwaar in twee delen wordt geschoten. ‘Het eerste deel is een statisch deel, waar zes wedstrijdseries worden afgevuurd op een stilstaande schijf. Het tweede deel bestaat uit zes wedstrijdseries met een schietschijf die zeven seconden weg draait en dan drie seconden stil voor blijft staan. Voor elk schot moet je de zogenoemde vaardighouding aannemen. Ook bij de discipline Sportpistool wordt het verschil bepaalt door de afwijkende kalibers, die hetzelfde zijn als bij MKL en MKZ.’

Rankingwedstrijden

Nederlands kampioen MKL en MKZ Vincent van Tuil herinnert zich dat hij in 2004 een keer met een vriend meeging naar de schietvereniging. ‘Ik heb me toen al snel aangemeld en ging recreatief schieten. De combinatie van concentratie, het wapen en je lichaam vind ik heel aantrekkelijk. De discipline Militair Pistool (MP) was toen bij de club heel populair. Ik ging mee naar enkele wedstrijden, maar al snel wilde ik me in meer disciplines ontwikkelen. Ik kom nu uit in de disciplines MKL, MKZ, Sportpistool licht en zwaar, standaardpistool, MP, Servicepistool licht en zwaar, luchtpistool en OSP (Olympisch Snelvuur Pistool). Voor OSP zijn maar weinig wedstrijden. Die zijn lastig te organiseren, omdat je brede banen moet hebben. Je schiet dan namelijk op vijf schijven naast elkaar.’

Om aan een NK mee te mogen doen moeten de schieters drie zogenoemde rankingwedstrijden schieten. ‘In Veenendaal hebben we alleen een rankingwedstrijd voor de discipline MP, dus voor andere disciplines moet je het land in. De score van die drie wedstrijden leveren je een puntentotaal op en de beste honderd schutters uit alle rankingwedstrijden worden tot het NK toegelaten. Ik weet niet hoeveel NK’s ik inmiddels heb geschoten, tot dit jaar echter zonder opmerkelijk resultaat.’

Verwachting

Pasterkamp ging zonder hoge verwachting naar het NK. ‘Ik moest een goede dag hebben en de concurrentie misschien een mindere. Mijn gemiddelde bij het klein kaliber was 351, nu werd ik kampioen met 378 punten. En tijdens het kampioenschap werd het gevoel steeds beter. Eerst de titel licht, toen ook bij zwaar. De Meester Kaartdiscipline is een Nederlandse discipline. Internationaal gaat het vooral om Sportpistool, OSP en standaardpistool. Daar zijn ook EK’s en WK’s voor, maar dat niveau ligt zo hoog. Sander Nooij is de enige Nederlandse schutter die op dat niveau meedraait,’ aldus Van Tuil.

‘Op het NK kwam ik dit jaar uit in de disciplines MKL, MKZ en Sportpistool. Bij het Sportpistool werd ik derde. Nadat ik de titel had gewonnen bij MKZ moest ik lang wachten op de uitslag bij MKL. Bij een gelijk aantal punten bepaalt de positie en aantal van treffers midden in de roos, de zogenoemde mouches, wie er wint. De nummers één en twee hadden beiden 378 punten en vijf mouches. In dat geval worden de scores van de twee laatste schietschijven beslissend. We moesten een half uur op de uitslag wachten, maar gelukkig viel die in mijn voordeel uit.’

Hoogtepunt

‘Clubgenoot Frank Streng is veelvuldig Nederlands kampioen, maar is ook B-trainer. Dat is in de schietsport een trainer op het hoogste niveau. Frank traint ons nu ook en ik leer heel veel van hem. Dat is soms ook lastig, want wat je twintig jaar verkeerd deed, leer je niet zomaar af. Zo moest ik mijn schiethouding verbeteren. Dat vraagt wel even tijd en concentratie. Bij de training geldt oefening baart kunst. Je moet regelmatig schieten, het koppie erbij houden en je bewust zijn wat je fout doet. Mijn doel is om mijn niveau minimaal vast te houden en zo mogelijk nog wat verbeteren. Ik stop niet op mijn hoogtepunt, daarvoor vind ik de schietsport te leuk. Bovendien organiseren we volgend jaar in Veenendaal ook wedstrijden voor het afdelingskampioenschap voor de disciplines Meester Kaart en KKP (Klein Kaliber Pistool). Dat is in het eerste weekend van januari. Ik kijk daar nu al naar uit.’

 

De club

Schietsportvereniging Prins Hendrik te Veenendaal is opgericht op 11 maart 1901, daarmee is het de oudste (sport)vereniging van Veenendaal. De vereniging is aangesloten bij de SchietKring Gelderse Vallei (SKGV) en de Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA). De KNSA is onder meer aangesloten bij NOC*NSF. Prins Hendrik maakt gebruik van de schietbanen aan de Verlengde Sportlaan, op sportpark ‘Panhuis’. Die accommodatie wordt beheerd door de Stichting Schietsportcentrum Veenendaal, die is opgericht vanuit de schietclub. In 2008/2009 is het pand vanaf de grond opnieuw opgebouwd. De accommodatie heeft twee 25m schietbanen met elk 7 schietpunten en een 12m baan met 8 schietpunten. Behalve MKL, MKZ en Sportpistool zijn er nog veel meer disciplines waarin bij de Prins Hendrik kan worden geschoten, zoals LG, LP, KKP, KKG, KKK, KKSG, SPLL, SPLZ en MP. Die codes zeggen onder meer iets over kalibers en soorten wapen.

Vorige
Vorige

Fabelachtige Femke Bol zorgt voor onverwacht goud op mixed relay

Volgende
Volgende

Strijdlust helpt Amersfoortse Julie Beurskens niet door eerste ronde